En zo zijn we binnengeraakt in Dutroux zijn cel. Stommelings.

Dezer dagen brengt Thomas Van Hemeledonck de VTM-kijker op de hoogte van de gebeurtenissen van de dag tijdens de late nieuwsuitzendingen. De journalist begon zijn carrière echter als journalist bij het reportagemagazine Telefacts. In 2002 belandde de enthousiaste reporter in een ware mediastorm toen hij voor een Telefactsreportage undercover in de cel van Dutroux raakte. Was het de bedoeling om bij Dutroux in de cel te raken? En hoe staat de journalist tegenover de undercovermethode in het algemeen? Thomas vertelde mij zijn verhaal.

Stommelings

Onze redactie had via briefwisseling al een hele tijd contact met Dutroux. In die brieven schreef hij dat hij bepaalde dingen te vertellen had, maar dat hij daarvoor nooit de mogelijkheid kreeg. In diezelfde periode had toenmalig VLD-senator Jean-Marie Dedecker ook een brief ontvangen van Dutroux, waarin die vroeg of de senator bereid was om hem een bezoek te brengen in de gevangenis. Als senator heb je dat recht mits natuurlijk een toestemming van de minister van Justitie. Vervolgens contacteerde Dedecker ons om te vragen wat wij daarvan dachten. Wij hadden voor eerdere reportages namelijk al contact gehad met Dedecker. We hebben toen dankbaar gebruikt gemaakt van Dedecker zijn parlementair privilege om met hem mee te rijden en Dutroux vragen te kunnen stellen.

Omdat ik met die reportage bezig was, hadden we afgesproken dat ik met Dedecker zou meerijden naar Aarlen. We hadden afgesproken dat ik ging rijden, zodat ik Dedecker op de hoogte kon brengen van wat hij precies kon vragen. Er waren namelijk wel een paar dingen die ik wou weten die hij in zijn brieven had vermeld. Eenmaal aangekomen aan de gevangenis, besloten wij dat ik mee zou gaan naar de ontvangstruimte, waar ik dan kon wachten. Zo kon ik na het gesprek Dedecker ook meteen polsen wat Dutroux had gezegd. We stapten dus samen de gevangenis binnen. Ik had geen verborgen camera mee, omdat het nooit initieel de bedoeling was om in een kamer binnen te raken met Dutroux. Waarom zou je denken dat dat kan lukken? Dat is uitgesloten. Nuchter bekeken kan dat niet. Het enige wat ik bij had was een bandopnemer, vooral om nadien een aantal gesprekken met Dedecker te registreren.

Maar oké we kwamen dus aan in de gevangenis, waar we worden ontvangen in de bezoekersruimte. De gevangenisdirecteur kwam ons verwelkomen en Dedecker gaf zijn geloofsbrief af, zijn toestemming van toenmalig minister van Jusitie om Dutroux te bezoeken. Toen zei de gevangenisdirecteur tegen mij:  ‘En u, u bent de chauffeur veronderstel ik?’. En toen schoot het me te binnen om ja te zeggen. Ik ging er toch van uit dat ik in de wachtzaal zou moeten blijven. Maar de directeur stelde gewoon voor of we geen gesprek met Dutroux in zijn cel wilden, dat was namelijk geen enkel probleem. Tegen mij zei de directeur: ‘Wenst u met uw baas, de senator, mee te gaan?’ Ik zei natuurlijk ja, zo’n kans kon ik niet laten schieten. En zo zijn we binnengeraakt in Dutroux zijn cel. Stommelings.

Het was dus nooit initieel de bedoeling om bij Dutroux in de cel te raken omdat je ervan uitgaat dat dat niet kan. Ik vind het al redelijk wonderbaarlijk dat eender wie, eender welke burger bij Dutroux in zijn cel mag zitten. Of het nu een senator is of niet.  Normaal worden gevangenen als ze bezoekers hebben naar een bezoekersruimte of een ontvangstruimte gebracht. Zelfs advocaten gaan niet bij gevangenen in de cel zitten om met hen te praten. Die doen dat altijd in een afgesloten ruimte. Meestal staan in die ruimte dan ook bewakers, waardoor hun ‘privacy’ vrij beperkt is. Als ik had geweten dat de kans erin zat om bij Dutroux in de cel te raken, dan had ik zeker een verborgen camera meegenomen. Want ik werk voor televisie, dan wil je beeld.

Mediastorm

Nadat ik bij Dutroux in de cel was geweest, heeft het nog ongeveer veertien dagen geduurd voor de reportage op antenne kwam. Reden hiervoor was dat wij in eerste instantie zelf eens goed en grondig wilden luisteren naar wat Dutroux precies allemaal gezegd had. Want Dutroux is een dossiervreter, die gedurende die negentig minuten dat we daar gezeten hebben heel veel over zijn dossiers heeft gesproken, over heel veel details van zijn dossiers. Wij hebben met andere woorden onze tijd genomen om te luisteren naar wat hij precies had gezegd, wat de nieuwe dingen waren die hij had verteld. We hadden hem ook een pak kritische en confronterende vragen gesteld. We hebben het gesprek dus eerst goed geanalyseerd en geïnterpreteerd. En natuurlijk hebben we ook juridisch advies ingewonnen.

Daarnaast wilden we VOORAL de ouders van de vermoorde en verdwenen kinderen op de hoogte brengen van het feit dat we klankopnames hadden van Dutroux. We wilden een moment met hen afspreken om naar de tape te luisteren hun versie van de feiten te registreren. We vonden dat toen niet meer dan vanzelfsprekend. Je moet weten dat niemand toen de stem van Dutroux al had gehoord, ook de ouders niet. Het proces was namelijk nog niet begonnen. Dus we wilden die ouders daar zeker niet mee confronteren op antenne. Natuurlijk, vanaf het moment dat je mensen buiten de redactie gaat contacteren, riskeer je dat het verhaal vroegtijdig zal lekken. En dat is ook gebeurd. Nog voor de reportage op antenne kwam, brak de mediastorm al los. Maar we hebben er nooit spijt van gehad dat we dat zo gehandeld hebben. Het was voor ons de enige manier.

De heftigheid van de reacties kan je nooit op voorhand inschatten. We hadden natuurlijk wel verwacht dat er reacties zouden komen. Dutroux was toen de gevaarlijkste man van het land, de best bewaakte ook. Eigenlijk ontsponnen er zich na een tijdje twee verhalen. Enerzijds was er de stunt van een journalist die bij Dutroux was geraakt. En ten tweede had je het verhaal waar wij initieel op doelden: wat zegt Dutroux, wat openbaart hij en wat denken de ouders daarvan. De eerste dagen lag de focus in de media jammer genoeg op de zogenaamde stunt dat we daar waren binnengeraakt.

De internationale pers: Frankrijk, Duitsland, Groot-Brittanië ( BBC)e.a., hadden het wel meteen begrepen. Zij stelden zich vragen bij de werking van de Belgische justitie, maar waren VOORAL geïnteresseerd in de dingen die Dutroux had gezegd, in het nieuws met andere woorden. Bij hen ging het over de inhoud, bij veel binnenlandse pers eerder over de vorm.

Op voorhand veroordeeld

Pol Deltour van de VVJ was niet te spreken over de reportage. In eerste instantie ga je ervan uit dat het VVJ er is om zijn journalisten te verdedigen tot hun schuld of fout bewezen is. Dat is een basisrecht. Ik had niet het gevoel dat ik verdedigd werd door de journalistenbond. Integendeel, ik vond dat ik, en bij uitbreiding het programma, neergebliksemd werden. Wij werden op voorhand veroordeeld. Het was aan ons om onze onschuld te bewijzen, want wij waren per definitie schuldig. Dat is de wereld op zijn kop. Wij stelden vast dat er een hele hoop oordelen over ons werden geveld zonder dat we zelf gehoord waren. Ik vond dat een beetje partijdig. Maar goed, dat was mijn mening.

Pol Deltour zei bijvoorbeeld ook: ‘Die reportage was allesbehalve verstandig, want daardoor zullen journalisten het in de toekomst bijzonder moeilijk krijgen om nog samen te werken met justitie.’ Ik was het daar toen absoluut niet mee eens. Meneer Deltour had blijkbaar een glazen bol. Ik had helemaal niet het gevoel dat onze reportage de samenwerking met justitie in het gedrang zou brengen. Erger nog. De fout lag niet bij ons. Het was niet aan ons om niet binnen te gaan in de gevangenis. Het was aan de gevangenisdirectie, en bij uitbreiding aan justitie, om ervoor te zorgen dat journalisten niet binnen kunnen raken bij gevangenen, laat staan bij Marc Dutroux. Wij hebben ook geen enkele overtreding begaan in de vorm van een inbraak of wat dan ook. Wij hebben ons niet met geweld een weg gebaand door de gevangenis. De enige discussie was: had ik moeten zeggen dat ik journalist was of niet. Ik heb heel veel journalisten nadien aan de telefoon gehad die een interview wilden. En die hebben allemaal off the record gezegd: ‘gast, ik had natuurlijk hetzelfde gedaan’. Als journalist heb je eigenlijk de plicht om op dat moment je mogelijkheden af te tasten. Wat je met die informatie doet, dat is iets anders. Maar dat weet je niet op voorhand.

De Raad voor de journalistiek heeft zich trouwens over onze reportage gebogen, en zij waren toen ook van oordeel dat we geen fout hadden gemaakt. Achteraf smaakt het dan nog zuurder dat de Vlaamse journalistenvereniging mij en het programma in het begin zo hebben afgekat en niet het voordeel van de twijfel hebben gegeven. Ze hebben meteen geschoten op ons, ons meteen veroordeeld. Terwijl dan twee jaar later de Raad voor de Journalistiek, een erkend orgaan vanuit de journalistenvereniging, zegt dat we geen fouten hebben gemaakt. Maar Pol Deltour zal wel zeggen dat hij dat niet zo bedoeld heeft, dat hij dat niet zo letterlijk gezegd heeft. Maar elke goede verstaander had het wel begrepen. Nogmaals, de plooien zijn gladgestreken hoor (lacht). Ik heb geen enkel probleem meer met de Journalistenbond. Eigenlijk nooit echt gehad. Maar toen in die situatie, hebben we wel wat heen en weer gediscussieerd en ruzie gemaakt, omdat we andere standpunten hadden.

Bom aan boord

Bij Telefacts hebben we trouwens wel meer de undercovertechniek gebruikt. Het ging wel iedere keer om maatschappelijk relevante onderwerpen, waarvan de informatie niet op een andere manier verkregen kon worden. Een voorbeeld van zo’n reportage is ‘Bom aan boord’, gemaakt door Tim Verheyden. Hier is Tim daadwerkelijk drie maanden undercover gaan werken als veiligheidsagent op de luchthaven van Zaventem. Hij had onder zijn eigen naam gesolliciteerd voor een belangrijke functie bij de veiligheidsfirma, die de veiligheid doet op de luchthaven van Zaventem. De firma die trouwens ook was ingehuurd om bij de boarding de veiligheidsprocedures te doen. Door simpelweg Tim Verheyden zijn naam te googlen zou er toch op zijn minst een belletje moeten rinkelen. Hij heeft ook niet gelogen over zijn schoolloopbaan. Hij heeft ook niet gelogen over de plaatsen waar hij al had gewerkt, hij had er alleen een paar weggelaten in zijn sollicitatie (VTM-journalist, notabene). Dat is volgens mij nog altijd geen misdaad. Hij werd aangenomen en heeft effectief twee maanden gewerkt als veiligheidscoördinator. Zo slaagde hij erin om met zijn verborgen camera door de metaaldetector te lopen, alle verschillende onderdelen van een kneedbom mee te nemen op zak en die te verstoppen in een trolley waarin het eten aan boord wordt gebracht. Hij heeft die onderdelen natuurlijk op tijd uit die trolley gehaald, want nogmaals het was niet onze bedoeling om een vlucht te saboteren, om mensen met een trauma op te zadelen. Wij wilden gewoon bewijzen dat het mogelijk was om met een kneedbom aan boord te raken. Een paar jaar na 9/11! Wanneer de trolley met het eten aan boord vertrekt, is alle controle namelijk weg.

American Airlines heeft ook fantastisch gereageerd op die reportage. Ze hebben niet met een proces gedreigd. Integendeel zelfs. Wij hadden hen bij wijze van spreken geholpen bij het verder ‘finetunen’ van hun veiligheidsprocedures. Die waren al voor 99,9 % waterdicht, zeiden ze zelf,maar wij hadden daar die 0,01 % gevonden. Dat was voor American Airlines een motivatie om daar verder aan te werken. Die reportage was enorm sterk. Heel relevant ook, want we zaten in het post-9/11 verhaal.

Not a toy

We hebben de undercovermethode trouwens nooit gebruikt om sensatie te bekomen of om meer kijkers te lokken. We hebben die techniek alleen gebruikt op momenten dat wij iets maatschappelijk relevant wilden aantonen en er geen andere manieren waren om dat te doen. Wij zijn bijvoorbeeld nooit van plan geweest om met een undercovercamera BV’s te gaan bespioneren, om te zien of zij nu al dan niet in een hotel met een minnares of minnaar gaan afspreken. Dát is sensationeel, dát is heel spectaculair. Sommige weekbladen dromen hier misschien van, maar wij hebben met Telefacts nooit of te nimmer geopperd om dat te doen. Want daar ligt namelijk net het verschil. Wat is de maatschappelijke relevantie dat je aantoont dat BV X of BV Y een affaire heeft? Dat heeft hoegenaamd geen maatschappelijke relevantie. Het zou trouwens ook om undercover te gaan om zo meer kijkers te lokken. Ik vind verborgen camera niet van de esthetisch mooiste televisie die je hebt. Als je mooie en goede televisie wil maken, dan gebruik je vooral niet het waggelende, schimmige, soms totaal onduidelijke beeld van een verborgen camera. Dus nee, nogmaals, we hebben het nooit als speelgoed ingezet. ‘It’s not a toy, it’s a tool.’

Bij undercoververhalen hebben wij ook bijna altijd het sujet anoniem en onherkenbaar gemaakt. De maatschappelijke relevantie ligt namelijk in het feit dat je een breder maatschappelijk probleem aankaart aan de hand van een voorbeeld. Maar het is natuurlijk niet de bedoeling om dat voorbeeld aan de schandpaal te gaan nagelen en met het gezicht in de vitrine te gaan zetten. Het is dan aan justitie om die individuen eruit te halen.

The URI to TrackBack this entry is: https://bramdb.wordpress.com/2009/11/22/en-zo-zijn-we-binnengeraakt-in-dutroux-zijn-cel-stommelings/trackback/

RSS feed for comments on this post.

Plaats een reactie